Bij het opstellen van de huwelijkse voorwaarden kiest men in de meeste gevallen voor een verrekenstelsel. In het zogenoemde verrekenbeding legt u vast dat beide partners profiteren van een groei in het vermogen tijdens het huwelijk. Men heeft hierbij de keuze uit een finaal of een periodiek verrekenbeding. Het gekozen verrekenbeding is tegelijkertijd het uitgangspunt voor op welke manier u bij uw echtscheiding het opgebouwde vermogen moet verdelen. Klinkt eenvoudig toch? Helaas blijkt dit in de praktijk bij een periodiek verrekenbeding toch een stuk lastiger te zijn.
Wat betekent een periodiek verrekenbeding precies?
In bijna de helft van de huwelijkse voorwaarden is voor een periodiek verrekenbeding gekozen. Dit betekent dat u de groei in het vermogen tijdens uw huwelijk op vastgestelde tijdstippen met elkaar verrekent (meestal jaarlijks). Kort gezegd voegt u bij een periodieke verrekening de inkomsten van beide partners bij elkaar en haalt u de kosten van het huishouden eraf, waarna u het resultaat over beide partners verdeelt.
En een finaal verrekenbeding?
Bij een finaal verrekenbeding vindt de verrekening plaats op het moment van uw scheiding. U verrekent dus niets met elkaar tijdens uw huwelijk. In uw huwelijksvoorwaarden staat beschreven op hoe de verrekening op het moment van uw scheiding moet worden uitgevoerd. U kunt bijvoorbeeld vastgelegd hebben welk vermogen wel en welk vermogen niet voor verrekening in aanmerking komt. In de praktijk zien wij echter vaak dat beide partners het verkregen vermogen delen; ieder de helft dus.
Waar gaat het mis bij een periodiek verrekenbeding?
Het gaat mis op het moment dat de verrekening niet periodiek is uitgevoerd. Bij de scheiding moet u dan alsnog verplicht alle opgebouwde inkomsten met elkaar verrekenen. Ineens moet u uitzoeken wat in de jaren van uw huwelijk allemaal is opgebouwd. Er dient een vermogensopstelling gemaakt te worden met een beoordeling welke vermogensbestanddelen tot het te verrekenen vermogen behoren en welke niet.
In een toch al moeilijke periode is het meestal een lastige klus om alle financiële zaken na zoveel jaar boven tafel te krijgen. Wat is de afgelopen jaren nu precies het inkomen geweest? Wat hoort er wel bij, wat niet en hoe gaan we het daarover met elkaar eens worden? En zijn er na al die jaren nog bewijsstukken aanwezig? Deze vragen kunnen vaak tot pittige discussies leiden. En zeker als er een onderneming in het spel is en het begrip inkomen niet specifiek omschreven staat in de huwelijkse voorwaarden. Hoe gaat u daar samen uitkomen?
Van periodiek naar finaal verrekenbeding bij de scheiding
Bij het einde van het huwelijk moet er dus alsnog een finaal verrekenbeding komen, want men gaat immers uit elkaar. Wat men samen tijdens het huwelijk heeft opgebouwd is daarom van beiden. Ieder heeft recht op zijn/haar eigen deel. Het is belangrijk om het finaal verrekenbeding goed af te wikkelen. Want door het niet toepassen van het periodieke verrekenbeding tijdens het huwelijk, kunnen er over en weer nog vorderingen zijn tussen partners.
Maar hoe stelt u die onderlinge vorderingen nu precies vast? Dat kan, zoals eerder gezegd, best een lastige taak zijn. Gelukkig weet de Scheidingsplanner precies hoe dit werkt. We maken allereerst inzichtelijk wat er te verdelen is. Om vervolgens duidelijk te maken of er sprake is van eventuele wederzijdse vorderingen. Ook kijken we hierbij naar de fiscaal meest gunstige oplossingen. Tot slot leggen we alle gemaakte afspraken vast in het echtscheidingsconvenant. Zo komt u niet voor verrassingen te staan en kunt u uiteindelijk zeggen dat alles correct onderling verrekend is.
Geef een reactie